Child maltreatment, parents & emergency department

Onderzoek naar screeningsinstrumenten die de spoedeisende hulp gebruikt om kindermishandeling op te sporen.

Hoytema van Konijnenburg, E.M.M. (2015). Child maltreatment, parents & emergency department. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. Dissertatie 18 november 2015.

In gezinnen waarvan een ouder de spoedeisende hulp bezoekt wegens huiselijk geweld, middelenmisbruik of een suïcidepoging komt regelmatig ook kindermishandeling voor. Maar de kinderen hebben niet meer psychosociale problemen dan andere kinderen. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift van Eva Hoytema van Konijnenburg over de waarde van de verschillende screeningsmethoden die op de spoedeisende hulp gebruikt worden om kindermishandeling op te sporen.

Amsterdamse protocol

Hoytema van Konijnenburg onderzocht een methode die gebaseerd is op risicofactoren bij ouders. Hiermee begonnen Haagse ziekenhuizen in 2007. In 2010 is een aangepaste versie geïmplementeerd in Amsterdamse ziekenhuizen. Daarbij wordt aan alle volwassenen die de spoedeisende hulp bezoeken vanwege huiselijk geweld, middelenmisbruik of een zelfmoordpoging, gevraagd of zij voor kinderen zorgen. Zo ja, dan worden de families verwezen naar de polikliniek Kindergeneeskunde voor evaluatie en een eventuele verwijzing naar hulpverlening.

Vrijwillige hulpverlening

Het Amsterdamse protocol blijkt een goede methode om te screenen op kindermishandeling en te verwijzen naar vrijwillige hulpverlening, concludeert Hoytema van Konijnenburg. De resultaten uit het onderzoek ondersteunen niet dat alle kinderen gemeld moeten worden bij Veilig Thuis (voorheen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling). De definitie van kindermishandeling is breed, schrijft de promovenda. En voldoen aan de definitie betekent niet automatisch dat er onderzoek en interventie door Veilig Thuis nodig is.