Waarom een databank

In verschillende databanken vindt u methoden die elders al succesvol zijn toegepast. Zo hoeft niet iedereen zelf het wiel uit te vinden. Door plaatsing in een databank krijgen interventies meer bekendheid. Anderen, die geinteresseerd zijn in de interventie, kunnen contact opnemen met de ontwikkelaars ervan voor meer informatie.

Wanneer u al met een bepaalde methode werkt, kunt u met de informatie in de databank nagaan of u de toepassing verder kunt verbeteren. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de praktijkervaringen met valkuilen en succesfactoren van anderen.

U verrijkt op deze manier uw eigen kennis met die van anderen. Zo komt er beter zicht op wat al dan niet werkt, of wat mogelijk zelfs contraproductief is. Op deze wijze wordt in de aanpak van huiselijk geweld en seksueel geweld niet alleen voortgang, maar ook vooruitgang gerealiseerd.

Kwaliteitsverbetering van methoden

De databanken dagen ontwikkelaars en uitvoerders uit om bestaande methoden kritisch onder de loep te nemen en de kwaliteit ervan te verbeteren. Komen zij in aanmerking voor een traject richting beoordeling, dan maken zij zelf een beschrijving aan de hand van een werkblad en bijbehorende handleiding. Zo wordt duidelijk wat er bekend is over de methode, en hoe deze verder kan worden verbeterd.

In het traject kunnen de volgende vragen aan de orde komen:

  1. Zijn het doel en de doelgroep helder geformuleerd?
  2. Sluit de aanpak goed hierop aan?
  3. Kan de methode worden verdiept met bestaand (wetenschappelijk) onderzoek?
  4. Is er nog onderzoek nodig naar de praktijkervaringen, bijvoorbeeld via een evaluatie of een focusgroep met deelnemers danwel uitvoerders?
  5. Zijn er harde uitspraken mogelijk over het effect van de methode?

Langs deze weg worden ontwikkelaars of eigenaren van methoden uitgenodigd tot het doorontwikkelen van hun methode.

Weten, meten en verantwoorden

De databank vervult ook een belangrijke functie voor de verantwoording van gekozen interventies tegenover opdrachtgevers. U kunt ermee aantonen dat u weloverwogen voor een bepaalde aanpak kiest en u kunt de voordelen ervan benoemen. Uw keuze kunt u motiveren aan de hand van bestaand evaluatie- of effectonderzoek.

Opdrachtgevers, zoals gemeenten, kunnen op hun beurt organisaties aansporen tot een meer kritische reflectie op het werk: Wat doen we? Werkt wat we doen? Moeten we onze werkwijze bijstellen? De gemeente kan de organisaties stimuleren om de kennis uit de databank goed te benutten. Het idee is dat meten en verantwoorden van resultaten daarbij vooral leidt tot een kritische dialoog.