Wetsvoorstel uitbreiding slachtofferrechten

Als het aan minister Dekker (voor Rechtsbescherming) ligt, moeten verdachten van ernstige zeden- en geweldsmisdrijven die in voorlopige hechtenis zitten voortaan verplicht aanwezig zijn op de terechtzitting en bij de uitspraak. Op deze manier wordt zeker gesteld dat het slachtoffer zijn spreekrecht kan uitoefenen in het bijzijn van de verdachte.

Dit draagt bij om herhaling te voorkomen en helpt de verdachte om inzicht te krijgen in de gevolgen van het misdrijf. De wetgeving die dit regelt, is gisteren ingediend bij de Tweede Kamer.

"Slachtoffers hebben vaak iets vreselijks meegemaakt. Als ze gebruik maken van hun spreekrecht tijdens de rechtszaak, verdienen ze het dat ze niet alleen kunnen spreken, maar dat ze ook echt gehoord worden", aldus Dekker.

De verschijningsplicht is eveneens van belang voor de samenleving. Door de aanwezigheid van de verdachte wordt zichtbaar hoe het recht in concrete, ernstige strafzaken wordt gerealiseerd. Maar ook voor de verdachte zelf is het van belang dat hij direct kan waarnemen wat op de terechtzitting aan de orde komt, wat de overige procesdeelnemers zeggen - in het bijzonder over zijn rol bij het tenlastegelegde feit - en welk onderzoeksmateriaal als bewijs naar voren wordt gebracht.

Angst

Ook komt er spreekrecht tijdens de tbs-verlengingszitting. De minister vindt het belangrijk dat slachtoffers rechtstreeks contact hebben met de rechter en kunnen zeggen waarom zij bescherming nodig hebben (contactverbod of straatverbod). Het moment waarop een dader weer terugkeert in de samenleving, kan bij slachtoffers of nabestaanden veel leed, waaronder angst, veroorzaken. Zij worden op dat moment weer geconfronteerd met wat er is gebeurd. Daarom kan het slachtoffer zich uitlaten over de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke beƫindiging van tbs met dwangverpleging kunnen worden verbonden.

Stieffamilie

Een ander nieuw element is dat straks ook de stieffamilie van een overleden slachtoffer gebruik mag maken van het algemene spreekrecht tijdens de terechtzitting. Nu is dat nog niet in de wet geregeld. Dekker wil recht doen aan het feit dat steeds meer kinderen opgroeien in een samengesteld gezin. Soms worden kinderen al vanaf jonge leeftijd grootgebracht door opvoeders die geen bloedverwanten zijn, maar die wel degelijk een nauwe band met het kind hebben en het kind verzorgen en opvoeden. Overigens gaat het niet alleen om de stiefouders, maar ook om de stiefbroers en -zussen.

Verder komt er een vast moment waarop van het algemene spreekrecht gebruik kan worden gemaakt. Nu wordt daar verschillend mee omgegaan. De bewindsman stelt voor het slachtoffer of de nabestaande te laten spreken voorafgaand aan het requisitoir van de officier van justitie. Dan kan de officier er nog rekening mee houden. Tot slot wordt de voorschotregeling aan slachtoffers en nabestaanden uitgebreid naar overtredingen. De regeling beperkt zich nu tot zaken waarin sprake is geweest van een misdrijf.