Internationale kritiek op Turkse opzegging Verdrag van Istanbul

De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben Turkije opgeroepen het Verdrag van Istanbul, dat president Erdogan afgelopen zaterdag heeft opgezegd, in stand te houden.

Het Verdrag van Istanbul is het verdrag van de Raad van Europa over het voorkomen en aanpakken van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

Het verdrag werd in 2011 nota bene in Turkije opengesteld voor ondertekening. Dat hebben meer dan veertig landen sindsdien gedaan. Nederland ratificeerde het in 2015.

Het besluit tot terugtrekking werd afgelopen zaterdag gepubliceerd in de Turkse staatskrant, zonder dat daar een debat in het Turkse parlement aan vooraf was gegaan. Leden van de AK-partij van Erdogan stellen al langere tijd dat het verdrag in strijd is met de traditionele familiewaarden in Turkije. Ook zijn ze tegen de uitleg van gendergelijkheid die volgens hen homoseksualiteit promoot.

Terugdraaien

De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen reageerde op Twitter: "Geweld tegen vrouwen is ontoelaatbaar. Vrouwen verdienen bescherming door sterke wetgeving". EU-buitenlandchef Josep Borrell dringt er bij Turkije op aan de beslissing terug te draaien. Hij betreurt de opzegging ten diepste en zegt het besluit niet te bevatten. Demissionair minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok sluit zich bij de oproep aan.

Frankrijk en Duitsland hebben in afzonderlijke verklaringen laten weten dat de Turkse beslissing een verkeerd signaal is. Het Witte Huis noemt de Turkse terugtrekking "diep teleurstellend". President Joe Biden spreekt in een verklaring van "een ontmoedigende stap terug voor de internationale beweging om geweld tegen vrouwen wereldwijd te beëindigen". 

Polen

Turkije is niet het enige land waar het Verdrag van Istanbul onder vuur ligt. De Poolse regering kondigde deze zomer aan uit het verdrag te willen stappen. Het Poolse parlement staat op het punt hiermee in te stemmen.