Grensoverschrijdend gedrag in de Nederlandse sport

Wat is de door de Nederlandse volwassenen tussen de 18 tot en met 50 jaar gerapporteerde frequentie van emotioneel, lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag tijdens de kindertijd in de georganiseerde, Nederlandse sport? In opdracht van NOC*NSF en het ministerie van VWS, voerden CentERdata en I&O Research een prevalentieonderzoek uit.

NOC*NSF en het ministerie van VWS willen graag meer inzicht in de prevalentie van grensoverschrijdend gedrag tijdens de jeugdjaren in de georganiseerde Nederlandse sport. Om hierin te voorzien is een breed scala van interpersoonlijk grensoverschrijdend gedrag in de sport onderzocht. Het gaat om een retrospectief onderzoek, waarbij volwassenen van 18 tot en met 50 jaar zijn gevraagd naar hun jeugdervaringen in de georganiseerde sport in Nederland.

Definitie

De gehanteerde definitie van grensoverschrijdend gedrag luidt:"Enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd".

Bevindingen

Meer dan twintig procent van de Nederlanders in de leeftijd van 18 tot en met 50 jaar heeft in de jeugdjaren tijdens het sporten ernstig emotioneel grensoverschrijdend gedrag meegemaakt. Ruim dertien procent heeft te maken gehad met lichamelijk grensoverschrijdend gedrag en ongeveer zeven procent met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bijna 72 procent van de huidige mensen in de leeftijd van 18 tot en met 50 jaar geeft aan in hun jeugd minimaal eenmaal grensoverschrijdend  gedrag in de sport te hebben meegemaakt. Ruim 48 procent geeft aan een gebeurtenis te hebben meegemaakt die ook indruk heeft gemaakt.  

Auteurs

CentERdata: Joris Mulder, Boukje Cuelenaere en Maartje Elshout
I&O Research: Kimberly Farzan en Robbert Zandvliet