Prevalentie-onderzoek: samenvatting resultaten

Deelonderzoeken huiselijk geweld en kindermishandeling van het WODC.

Februari 2019 publiceerde het WODC een grootschalig prevalentieonderzoek naar huiselijk geweld en kindermishandeling. Hieruit bleek onder andere dat 5,5 procent van de Nederlandse 18+ bevolking de afgelopen vijf jaar te maken heeft gehad met ten minste één voorval van fysiek of seksueel geweld dat werd gepleegd door iemand uit de huiselijke kring. Daarnaast wordt naar schatting zeker 3 procent van de kinderen mishandeld. In dit online magazine de belangrijkste resultaten van het onderzoek.

Ook andere vormen

In gezinnen waarin kindermishandeling voorkomt, blijft het vaak niet alleen daarbij. Bij 28 tot 65 procent van de gezinnen waarin relatief ernstige of structurele kindermishandeling voorkomt, is ook sprake van andere vormen van huiselijk geweld in het gezin. Aan de hand van bronnen wordt dit aangetoond.

Vragenlijstonderzoek

Een belangrijk onderdeel van het onderzoeksprogramma De prevalentie van huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland was een grootschalig vragenlijstonderzoek onder de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder. Hierover is gerapporteerd in Slachtofferschap van huiselijk geweld: prevalentieonderzoek naar de omvang, aard, relaties en gevolgen van slachtoffer- en plegerschap.
De schattingen gaan over slachtofferschap van lichamelijk en seksueel geweld in de huiselijke kring in de vijf jaar voorafgaand aan het onderzoek. Het grootste deel van het huiselijk geweld – waarvan vrouwen duidelijk vaker slachtoffer worden dan mannen - is geweld door partners en ex-partners.

Informantenstudie

De Nationale prevalentiestudie mishandeling van kinderen en jeugdigen is een onderzoek onder professionals die beroepshalve veel kinderen zien. Het geeft samen met de voor dit onderzoek bewerkte gegevens van Veilig Thuis een schatting van hoe vaak kindermishandeling voorkomt onder kinderen van 0 tot en met 17 jaar. De gerapporteerde kindermishandeling is ernstig of chronisch van aard. Omdat informanten niet alle mishandelde kinderen signaleren moet de 3 procent kindermishandeling worden beschouwd als ondergrens.