The Hague Protocol

Onderzoek naar effectiviteit van het Haaglanden Protocol, dat kindermishandeling op de spoedeisende hulp signaleert op basis van ouderproblematiek.

Diderich-Lolkes de Beer, H.M. (2015). The Hague Protocol. Detection of child maltreatment based on parental characteristics at the hospital Emergency Department. Leiden: Universiteit Leiden. Dissertatie 4 November 2015.

Haaglanden protocol is ontwikkeld in het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) in samenwerking met het voormalig Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) in Den Haag.

Volgens het Protocol wordt gesproken van 'oudermeldingen' wanneer de ouder patiënt is op de afdeling SEH, terwijl het kind (meestal) niet aanwezig is. Indien de ouder op de SEH komt met klachten die zijn te relateren aan huiselijk geweld, alcohol- of drugsgebruik, of ernstige psychiatrische problematiek, wordt een melding gemaakt bij het AMK ten aanzien van mogelijke kindermishandeling. Naast de meldingen op basis van kindsignalen - die al standaard gedaan worden op de SEH - wordt het AMK (nu Veilig Thuis, red.) nu ook geraadpleegd bij ouderproblematiek.

Inmiddels is de werkwijze van dit protocol in juli 2013 als verplicht onderdeel opgenomen in de Wet Huiselijk Geweld en Kindermishandeling en geldt deze voor onder andere alle BIG geregistreerde professionals in Nederland. Hieronder drie van de onderzoeksvragen.

Toename signalering?

Leidt implementatie van het Haaglanden protocol tot een toename in de signalering van mishandelde kinderen?

Uit het onderzoek blijkt dat de oudercategorieën die zijn opgenomen in het Haaglanden protocol adequate voorspellers zijn voor de detectie van kindermishandeling op de SEH.

Succesvolle implementatie in andere regio?

Is het Haaglanden-protocol ook succesvol in een andere regio dan de oorspronkelijke implementatie-regio (Haaglanden)?

Uit het onderzoek blijkt dat het aantal oudermeldingen enorm steeg na invoering van het Protocol in de regio Friesland. Echter, in Friesland werd kindermishandeling bevestigd in een aanzienlijk lager percentage ten opzichte van regio Haaglanden (62% versus 91%). Uit een follow-up analyse blijkt dat de lagere positieve voorspellende waarde veroorzaakt werd door het ontbreken van training inzake het Haaglanden protocol bij de AMK medewerkers. Scholing over oudermeldingen voor AMK medewerkers is belangrijk om bewustwording te creëren dat (in tegenstelling tot een kindmelding) een oudermelding zonder kindsignalen wel onder de noemer kindermishandeling geschaard kan worden.

Meldingen gemist?

Zijn, ondanks de duidelijke richtlijnen van het protocol Haaglanden, kinderen niet gedetecteerd, die op basis van de kenmerken van hun ouders, gemeld hadden moeten worden bij het AMK?

Van totaal 108 onderzochte meldingen bleken acht meldingen ‘gemist’. Redenen voor het niet melden zijn: vergeten te vragen naar de aanwezigheid van kinderen, en de veronderstelling dat het niet nodig was om de kinderen te melden wanneer ouders aangaven al hulp te ontvangen. Deze redenen lijken relatief makkelijk aan te pakken. Regelmatige scholing van SEH medewerkers en een pop-up als reminder in het patiëntendossier kan helpen om te voorkomen dat deze casussen in de toekomst zullen worden gemist.

Aanbevelingen voor nader onderzoek

Gegevens koppelen

De onderzoeker pleit voor betere monitoring (frequenter en langer) door het AMK (nu Veilig Thuis, red.), die zou kunnen voorkomen dat de gezinsproblemen aanhouden en verergeren. Een nationale databank zou kunnen helpen om gegevens te koppelen, wanneer dezelfde kinderen of hun ouders worden gemeld bij verschillende hulpverleningsinstanties.

Effectiviteit Kindscheck

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft zich in de beschrijving van de Kindcheck in de wet Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld niet beperkt tot de oudercategorieën en de groepen professionals zoals beschreven en onderzocht in het protocol Haaglanden. Deze uitbreiding heeft tot doel het signaleren van een grotere groep kinderen die mogelijk slachtoffer is van kindermishandeling en het tijdig inzetten van hulp voor deze gezinnen.

De onderzoeker pleit voor nader onderzoek naar de effectiviteit van de Kindcheck. Dit om na te gaan of deze niet leidt tot het onnodig belasten van gezinnen en professionals.