Hoe denken Nederlanders over verkrachting?

In opdracht van Amnesty International deed I&O Research onderzoek naar hoe Nederlanders aankijken tegen verkrachting en wetgeving hierover. Aanleiding voor het onderzoek is een wetsvoorstel van minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid waarin hij een nieuw delict introduceert: seks tegen de wil.

 I&O research voerde een landelijk representatief onderzoek uit onder 2.127 Nederlanders van 16 jaar en ouder. Zij kregen vragen over hun eigen ervaringen en hun kennis en houding omtrent seks en verkrachting. Bij het opstellen van de vragenlijst waren prof. dr Ellen Laan (hoofd afdeling seksuologie en psychosomatische gynaecologie Amsterdam UMC) en dr. Hanneke de Graaf (Programmamanager Kennisontwikkeling en onderzoeker Rutgers) als onafhankelijke experts betrokken.

De belangrijkste uitkomsten:

  • 19 procent van de vrouwelijke respondenten geeft aan ooit te hebben meegemaakt dat iemand haar lichaam zonder instemming binnendrong. Daarvan vindt 67 procent dat dit verkrachting was. Voor mannen is dit 3 procent, 66 procent daarvan beschouwt dit als verkrachting.
  • Meer dan de helft van de vrouwen (53 procent) heeft hier niet met anderen over gesproken. Meer dan de helft van de mensen die het wel vertelden werden niet serieus genomen of niet goed begrepen.
  • Een ruime meerderheid (76 procent) vindt dat seks zonder wederzijdse instemming waarbij geen dwang of geweld wordt gebruikt ook verkrachting is.
  • Bijna iedereen (88-90 procent) vindt dat er ook sprake is van verkrachting als het slachtoffer bevroor of onder invloed was.
  • De meeste mensen (84 procent) vinden dat er geen verzachtende omstandigheden zijn voor verkrachting. Toch geeft 11 procent van de mannen aan dat het een verzachtende omstandigheid is als het slachtoffer zich niet uitdrukkelijk verdedigt of niet duidelijk nee zegt. Onder mannen tussen de 16 en 35 jaar vindt zelfs 1 op de 5 dat. Enkelen (5 procent) vinden het hebben van een relatie een verzachtende omstandigheid.