Grensoverschrijdend gedrag in (jeugd)sport omvangrijk probleem

Meer dan twintig procent van de Nederlanders van 18 tot en met 50 jaar heeft in de jeugdjaren tijdens het sporten ernstig emotioneel grensoverschrijdend gedrag meegemaakt. Ruim dertien procent kreeg te maken met lichamelijk grensoverschrijdend gedrag en ongeveer zeven procent met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van NOC*NSF en het ministerie van VWS dat gisteren gepubliceerd werd.

Bijna 72 procent van de huidige mensen in de leeftijd van 18 tot en met 50 jaar geeft aan in hun jeugd minimaal eenmaal grensoverschrijdend  gedrag in de sport te hebben meegemaakt.

Het onderzoek dat in november en december 2019 werd uitgevoerd door I&O Research en CentERdata, is een vervolg oponderzoek van de Commissie de Vries uit 2017. Het kan vanwege de actualisering van de onderzoeksopzet en uitvoering gezien worden als een nieuwe nulmeting.

In dit onderzoek zijn drie vormen van grensoverschrijdend gedrag onderscheiden: emotioneel, lichamelijk en seksueel. Van elke vorm is een uitgebreide reeks gebeurtenissen uitgevraagd. Respondenten zijn per gebeurtenis gevraagd of ze dit hebben meegemaakt en zo ja, of dit indruk heeft gemaakt.

"Helaas is uit dit onderzoek opnieuw naar voren gekomen dat dit gedrag nog veel te veel voorkomt in de sport", zegt algemeen directeur van NOC*NSF Gerard Dielessen. "Te veel met name jonge sporters maken dit mee, soms zo ernstig dat zij daar hun leven lang last van hebben."

Grensoverschrijdende gebeurtenissen

Emotioneel grensoverschrijdend gedrag is bij ruim twee derde van de jeugdige sporters voorgekomen, lichamelijk grensoverschrijdend gedrag kwam bij bijna een kwart voor en seksueel grensoverschrijdend gedrag bij ruim vijftien procent. Ernstige emotioneel grensoverschrijdende gebeurtenissen zijn bij 22 procent van de jeugdige sporters voorgekomen, ernstige lichamelijk grensoverschrijdende gebeurtenissen bijna dertien procent en ernstige seksueel grensoverschrijdende gebeurtenissen kwamen bij bijna zeven procent van de jeugdige sporters voor.

Verder blijkt dat ongeveer de helft van de jeugd die dit meemaakt dat aan niemand vertelt. Dielessen: "Laten we er met zijn allen voor zorgen dat de cijfers in de komende jaren zullen dalen, te beginnen door ons echt open te stellen voor iedereen die grensoverschrijdend gedrag meemaakt. Het Centrum voor Veilige Sport Nederland doet daarom dit moment zijn uiterste best voor met de campagne Blijf je stil of praat je erover?, maar kan dat niet alleen.”